Als je een intensieve relatie met een narcist (of iemand met narcistische trekken) hebt (gehad), dan weet je als geen ander je dusdanig terug te trekken, jezelf zo onopvallend mogelijk te gedragen. Je hebt geleerd je zo aan te passen aan de grillen van de narcistische ander, dat jij verlept en dorstig je een weg probeert te banen naar het licht. Maar iedere keer – en meestal onverwacht – komt er weer een grote schaduw voor. Een schaduw die je vertelt dat jij zeker niet mag bloeien, want jouw schoonheid zou zijn licht nog wel eens kunnen vangen.
Je voelt je in zo’n relatie nog minder dan een muurbloem. En je vraagt je af: waar haal ik de kracht vandaan om tussen de tegels en het beton door, toch naar buiten te treden en wat zonlicht op te vangen?
Lief muurbloempje, mocht jij je aangesproken voelen, dan heb ik de volgende woorden voor je.
Jij bent een bloem! Een hele sterke als je door het beton omhoog komt. Je bent een prachtige bloem, omdat je een bloem bent. Dus je bent mooi. Je bent ok. Want je bent bloem!
Dus als je merkt dat je in de schaduw komt te staan, dat je vertrapt wordt, je blaadjes afgerukt, of dat het koud en donker wordt …
vecht niet terug, bewijs niet het tegenovergestelde, verdrink niet, maar herinner je dat je bloem bent.